Ondernemen als vrouw in Egypte: Marwa’s succes met…
24 oktober, 2024
Christine Atoo: ‘Mijn gezin bestaat uit zes personen, inclusief ikzelf, en onze grond moet het hele gezin van voedsel voorzien. We hebben twee hectare mais en nog een hectare met cassave. Daarnaast hebben we twee ossen en een aantal andere dieren. Voorheen zag mijn leven er heel anders uit.’
‘Er was een opstand in deze regio. Het was onveilig; we sliepen in de struiken diep in het bos en we hielden ons daar dag en nacht verscholen. Met gevaar voor ons leven moesten we soms uit onze schuilplaats komen om op zoek te gaan naar eten. Ik heb veel mensen gedood zien worden. Hun levenloze lichamen lagen in het bloed op de grond. Toen het me te veel werd ben ik naar een vluchtelingenkamp gegaan. Ik vind het moeilijk om over die tijd te praten.’
Noord Oeganda is een gebied in ontwikkeling; jaren van gewapende conflicten hebben het land verwoest. Vele kinderen en jongeren moesten tijdens de gewelddadigheden hun woonplaats verlaten en hun scholing heeft daar zwaar onder geleden. VSO werkt samen met lokale opleidingsinstellingen aan marktgericht onderwijs en training om de jonge bevolking van Oeganda een betere toekomst te geven.
Voor een van onze programma’s werken VSO-vakdeskundigen samen binnen het Youth Employment and Local Governance (YELG) project. Dit project ondersteunt jonge mensen bij het opzetten van landbouwcoöperaties en geeft hen toegang tot verschillende trainingen op het gebied van werk, opleiding en landbouw om op die manier hun inkomen te laten stijgen. Dit programma is een groot succes. Het weekinkomen van de deelnemers steeg: gemiddeld verdienen zij nu 3,5 keer meer dan andere jongeren in het noorden van Oeganda.
Een van de deelnemers is de 27-jarige boerin Christine Atoo. Zij deelt haar ervaring.
“We moesten helemaal opnieuw beginnen. Alles was weg.”
‘In 2008 kon ik terugkomen naar deze plek. We moesten helemaal opnieuw beginnen. Alles was weg. We hadden niet eens een matras om op te slapen en er was geen schoon water. We haalden water in een kleine rivier en de hele familie had veel last van buikpijn en diarree. Als er iemand ziek werd hadden we niet genoeg geld voor medische hulp.
Op ons land verbouwden we kleine hoeveelheden voedsel voor eigen gebruik. Om het land te bewerken gebruikte ik enkel mijn handen, ik had geen werktuigen. Lid worden van de vereniging van boeren heeft ervoor gezorgd dat ik mijn inkomen heb kunnen laten stijgen.’
‘VSO heeft ons veel training gegeven. De lessen over landbouwpraktijken en de alfabetiseringscursus hebben mij het meest geholpen. De opstand hier had ervoor gezorgd dat ik niet meer naar school kon gaan en ik kon dus niet eens mijn eigen naam schrijven. Nu kan ik lezen en schrijven, ik schrijf soms zelfs brieven.
VSO-vakdeskundigen hebben me geleerd hoe ik mijn gewassen kan spreiden en ziektes kan herkennen. Ik weet welke bestrijdingsmiddelen ik kan gebruiken voor het beschermen van mijn planten. Het heeft mijn opbrengst enorm verhoogd. Eerst had ik maar acht zakken oogst en nu heb ik er wel vijftien! VSO is anders dan andere organisaties. Ze geven geen geld of koeien. VSO’ers delen hun kennis met ons. Zo leren we hoe we ons bedrijf levensvatbaar maken en houden. Dit sterkt ons en maakt ons onafhankelijk.
Mensen zien hoe goed het met me gaat in vergelijking met de tijd voor ik lid werd van de coöperatie. Mijn kinderen hebben het goed. Ik heb voedsel en kan geld sparen voor onverwachte uitgaven. Met mijn ossen kan ik het land omploegen en ik hoop binnenkort een koe te kunnen kopen. En ik heb zelfs stoelen om op te zitten. Ik ben een tevreden vrouw. Mensen kunnen een voorbeeld nemen aan ons harde werk en ik wil dat mijn dochter ook meegeven. Onze groep bestaat uit alleen maar vrouwen, wij weten allemaal van aanpakken!’
“Mensen kunnen een voorbeeld nemen aan ons harde werk en ik wil dat mijn dochter ook meegeven.”