Onderwijs voor Monir in het Rohingya-vluchtelingenkamp
Monir* is vier en een half jaar oud. Zijn familie vluchtte uit Myanmar en woont nu in een Rohingya-vluchtelingenkamp in Cox’s Bazar, Bangladesh. Tijdens de vlucht werd Monirs zus doodgeschoten door het leger en raakte zijn vader vermist. Monir heeft zijn vader nooit ontmoet en zijn moeder weet niet waar hij is. Het leven in het kamp is zwaar, maar Monir speelt graag met zijn vrienden, vooral balspellen. Hij heeft vier beste vrienden.
Monir houdt van leren en spelen met zijn VSO Big Sister, Moreom. Zij begeleidt kinderen in het kamp en helpt hen te blijven leren. Met haar leert Monir de namen van kleuren, fruit, vormen en nummers. Hij leert Birmaanse rijmpjes en de geluiden van voertuigen, vogels en dieren, en het Birmaanse en Engelse alfabet. Hij geniet van spelletjes met zijn klasgenoten en Moreom. Monir is gelukkig als hij naar het klaslokaal gaat. Hij houdt van tekenen en hangt zijn tekeningen aan de muur. Hij speelt graag met speelgoedkeukens, blokken en ander speelgoed.
Toen Moreoms klaslokaal door corona sloot, was Monir verdrietig omdat hij zijn vrienden niet kon zien. Hij wilde dat alles weer werd zoals vroeger, zodat hij weer kon tekenen, springen en spelen. Hoewel hij binnen moest blijven, was hij blij als Moreom hem thuis bezocht. Gelukkig is de strikte lockdown en de coronapandemie nu voorbij en kan Monir weer naar school. Als hij later groot is, wil Monir leraar worden.