Vrijwilliger Theonas verbetert het onderwijs in Malawi
21 november, 2024
Monique Spijk was sinds september 2019 als District Teacher Advisor (DTA) aan het werk in Rwanda. Ze werkte mee aan een project waar leerkrachten worden getraind in het geven van Engels en rekenen en in pedagogische methodes door middel van het Building Learning Foundation Programme, dat speciaal voor dit doel is ontwikkeld. Ze zou nog tot september dit jaar blijven. Maar Covid-19 gooide roet in het eten. Halsoverkop moest ze terug naar Nederland
Hoe is dat gegaan?
Monique: “Toen de berichten over Corona binnenkwamen was ik eerst van plan om gewoon te blijven; Rwanda leek veiliger dan Nederland en ik was natuurlijk ook nog lang niet klaar daar. Maar een collega met een longaandoening ging per direct weg, en op hetzelfde moment werd ook het debat in Nederland gevoerd om de grenzen te gaan sluiten. Bovendien is mijn dochter zwanger en ik werd bang dat als alles op slot zou gaan, ik niet bij de bevalling zou kunnen zijn. Toen kondigde ook de Rwandese regering aan dat het land op slot ging. Vervolgens ging alles in een stroomversnelling: woensdagavond kwam het telefoontje dat er toch nog een vlucht geregeld was, op donderdagavond. Het huis moest leeg en alles ingepakt (gelukkig kwam mijn team helpen) en donderdag werd ik opgehaald om naar het vliegveld te gaan. De collega waar ik nauw mee samenwerkte kwam nog gauw op zijn brommertje halverwege om me gedag te zeggen, de rest kon ik alleen appen.
Afscheid nemen
Hoe was het toen je thuiskwam?
Monique: “Het was raar om zo abrupt weer in de Nederlandse samenleving te zijn. Ik heb geen tijd gehad om afscheid te nemen, of zoals normaal gebeurt, dingen af te bouwen en over te dragen. Ik was midden in een project weggegaan en dat gaf een heel frustrerend gevoel. Je wilt iets graag afmaken en voor een goede overdracht zorgen en ook emotioneel heb je tijd nodig om je voor het afscheid voor te bereiden. Die tijd kreeg ik nu niet. In Nederland kon ik gelukkig per direct bij mijn oude werkgever aan de slag en ik sta nu weer twee dagen per week voor de klas. Ook ben ik met het team bezig om het project telefonisch voort te zetten.
Online teaching
Hoe gaat dat in zijn werk?
Monique: “Als team zijn we in contact met de leerkrachten daar. Via ZOOM-meetings en Whatsapp begeleid ik mijn team. Zij begeleiden op hun beurt hun leerkrachten via telefoon en SMS. Wat niet gemakkelijk is; leerkrachten zijn heel vaak niet te bereiken; werken op hun land, er is geen elektriciteit waardoor hun telefoons niet opgeladen zijn of ze hebben geen telefoon. Het is belangrijk dat zij zich ontwikkelen door zelfstudie. We proberen ze daar zo goed mogelijk in te begeleiden. Ze kunnen zich bekwamen in het gebruik van bijvoorbeeld de rekentools die beschikbaar zijn gesteld. Op zich is deze periode wel heel geschikt voor dit soort training: ze hebben meer tijd omdat de scholen dicht zijn. Mijn team doet goed werk. Maar het belangrijkste element ontbreekt wel in deze aanpak: het directe contact waardoor je kunt zien of het gaat werken of niet. De leerkrachten moeten het zelf gaan doen en door de afstand krijg je niet altijd mee of dat ook echt het resultaat gaat zijn.
Een ander probleem is dat er nu geen zicht is op de vorderingen van de leerlingen. De Rwandan Education Board biedt samen met ons BLF en Mineduc van de Rwandese regering lessen Engels en rekenen op tv en radio aan, maar vaak hebben mensen geen radio of tv, laat staan internet.
Ook wordt er in deze programma’s gebruik gemaakt van boeken die op school moeten blijven, waardoor de leerlingen die thuis de lessen volgen de oefeningen niet kunnen maken.
En het niveau van de lessen is vaak te hoog; zelfs de leerkrachten hebben dit niveau van Engels niet.”
“This is life.”
Wat heb je geleerd van de mensen in Rwanda?
Monique: “De mensen in Rwanda, en niet alleen Rwanda maar ook andere niet-westerse gebieden waar ik heb gewerkt, hebben een levensfilosofie waar wij nog wat van kunnen opsteken. Ze hebben bijvoorbeeld een genocide overleefd. Hun motto is: we overleven dit virus ook. “This is life.” De eenvoud van het leven daar staat in schril contrast met het leven in Nederland. Veertig soorten chips in de supermarkt bepalen niet je levensgeluk.”
Een interview van Jeanette Verstraten, vrijwillig redactielid VSO.