Ondernemen als vrouw in Egypte: Marwa’s succes met…
24 oktober, 2024
Regina Robia is 34 jaar. Als mentor in het Nyamagenga inhaalcentrum in Kenia helpt ze meisjes om hun leven op de rit te krijgen. “Wat ik het leukste vind aan mentor zijn is dat ik hen kan helpen te begrijpen wat hen vooruit helpt en wat niet, zodat ze kunnen veranderen.”
“Een mentor is een rolmodel, iemand de de meisjes helpt die studeren in het centrum,” zegt Regina,”Het is mijn passie: ik hou ervan om met jongeren te praten, hen te adviseren en hen de goede weg te wijzen.”
“Toen ik jong was, dacht ik dat ik liever een relatie wilde dan dat ik naar school zou gaan. Ik dacht dat dat mijn problemen zou oplossen. Maar ik vond een mentor, die me ondersteunde door onderwijs. Zij heeft mij gevormd tot wie ik nu ben.”
In de regio waar Regina woont, hebben meisjes met veel uitdagingen te maken. Vrouwenbesnijdenis, kindhuwelijken en stammenconflicten tussen de Masai en Kuria komen vaak voor. Families leven in armoede. “Jonge meisjes willen trouwen omdat ze denken dat dat hun problemen zal oplossen. Maar nadat dat gebeurt, ontdekken ze dat hun leven hetzelfde is: ze zijn nog steeds arm.
De meeste meisjes weten niet hoe ze moeten lezen of schrijven omdat ze vroeg van school zijn gegaan. Ze konden de instructies bij medicatie niet begrijpen, dus konden ze hun baby’s niet de juiste dosis geven. Maar nu kunnen ze lezen en schrijven. Het is een hele grote verandering.
Met de meisjes die ik mentor praat ik over familiezaken en wat ze zouden kunnen doen als ze klaar zijn in het inhaalcentrum. Ze zouden een klein bedrijf kunnen starten. Tegen die tijd zullen ze te maken krijgen met heel veel uitdagingen, dus het belangrijkste is om hen dingen te leren over ondernemerschap en hoe ze onderdeel kunnen zijn van de maatschappij.”
Voordat VSO dit inhaalcentrum opende, wisten sommige meisjes niet eens hoe ze zichzelf moesten wassen. De meeste van hen wisten niet hoe ze voor hun families moesten koken, aangezien ze heel jong trouwden. Ik heb het hen geleerd en nu maken ze zelf eten. Ik ben zo trots op mijn meiden. Ze zijn zoveel vooruit gegaan.
Ik adviseer de meisjes ook om naar de medische kliniek te gaan voor medische zorg na de bevalling. Sommigen van hen wilden niet gaan, maar nu gaan ze wel. Ik kan de verandering zien. Het centrum heeft al dingen veranderd, dus ik geloof dat het zal blijven verbeteren.
Iedereen zou dit centrum moeten steunen. Door deze jonge mensen te helpen hun situatie te verbeteren, help je iemand die niet kon lezen en schrijven om dat te doen. En dan kunnen ze hun kinderen helpen om te leren. Ik geloof dat als we er samen voor gaan, we voor verandering kunnen zorgen. “