Vrijwilliger Theonas verbetert het onderwijs in Malawi
21 november, 2024
Voordat de Briste Jo Povey begon als VSO vakspecialist in Sri Lanka en Myanmar, werkte ze 20 jaar lang als Head of Business Programming and Investment bij een regionaal ontwikkelingsbureau in Engeland. Hier was ze verantwoordelijk voor het managen van grote budgetten en teams.
Jo werkt nu bij een lokale NGO in Myanmar die zich inzet voor mensen met een beperking en kinderrechten, om daarmee nationale belangengroepen en particuliere organisaties (het maatschappelijk middenveld) te versterken.
“Na 20 jaar in de overheidssector gewerkt te hebben, werd ik boventallig verklaard. Ik droomde er al jaren van om in het buitenland te werken, bij een lokale organisatie in een ontwikkelingsland. ‘Om iets terug te geven,’ zoals dat zo mooi wordt gezegd. Door mijn werksituatie had ik opeens de tijd, mogelijkheid (en wat extra geld) om ervoor te gaan,” vertelt Jo.
“In 2012 kon ik via VSO aan de slag als organisatiesadviseur bij en lokale organisatie in Sri Lanka. Hier hielp ik vluchtelingen om een plek te vinden waar ze terecht konden en ondersteunde ik lokale gemeenschappen in de nasleep van de oorlog.”
“Dat was zo’n bijzondere ervaring dat ik daarna meteen weer voor VSO aan de slag wilde. Het Myanmar Civil Society programma was toen net opgezet en het leek me een geweldige kans om weer te werken met burgerorganisaties in het maatschappelijk middenveld, terwijl Myanmar langzaam de transitie maakte van militair bewind naar democratie.”
“Ik werk bij het Eden Centre for Disabled Children (ECDC), een lokale NGO. Hun kantoor staat in Yangon, maar ze werken in heel Myanmar aan de rechten van kinderen en kinderen met een beperking. Specifiek richten ze zich op inclusief onderwijs. Als organisatieadviseur geef ik ondersteuning en advies over hoe ze hun capaciteit kunnen versterken, zowel op individueel als organisatieniveau, om diensten en projecten uit te voeren en voorvechters kunnen zijn voor beleidsveranderingen op nationaal niveau.
Daar is veel werk voor nodig: van strategische planning, bestuur, advocacy planning voor onderwijshervorming tot praktisch management en leiderschap, projectmanagement en het ontwikkeling van financiële en HR procedures.”
“Ik hou er niet van om beleid en procedures te ontwikkelen om ze maar te hebben. Het leukste vind ik het menselijk aspect: het mentoren, begeleiden en trainen van medewerkers in hoe deze middelen van toegevoegde waarde kunnen zijn voor de organisatie en hun werk makkelijker kunnen maken – mits ze goed worden gebruikt in de context waarvoor ze bedoeld zijn.
Ik vind het fantastich om te werken in een lokaal team. Als je er voor langere tijd zit, wordt je gezien als onderdeel van het team.”
“Om projecten te monitoren en te evalueren reis ik af naar vrij afgelegen locaties om lokale medewerkers te ontmoeten, en de mensen voor wie we het uiteindelijk doen. Zo hoor ik uit eerste hand met welke uitdagingen zij te maken hebben. Hierdoor krijg ik steeds meer waardering voor wat EDCD en hun partners proberen te realiseren. Het helpt enorm om de context te begrijpen en hen beter te ondersteunen.”
“Naar mijn mening zijn er verschillende aspecten die het grootste verschil maken tussen iemand die als VSO vakspecialist voor langere tijd geplaatst wordt en een consultant die er maar voor korte tijd is: de mogelijkheid om de organisatie waar je in werkt goed te leren kennen, het begrijpen van de dynamiek, sterke punten en uitdagingen van het project met een frisse blik, terwijl je tegelijkertijd kan meedelen in de resultaten en successen van de organisatie als onderdeel van het team.”
“Het is niet noodzakelijk om expert te zijn op het gebied van mensen met een beperking, maar het helpt om kennis te hebben over de sector en begrip te hebben voor zaken waar kinderen met een beperking mee te maken krijgen, in Myanmar en de rest van de wereld. Mijn expertise ligt in senior management en capaciteitsopbouw bij organisaties. Met de juiste houding kan je die skills in elke sector of organisatie toepassen.”
“De mensen in Myanmar zijn heel vriendelijk en behulpzaam, en in mijn ervaring is het een veilige plek om te wonen. Elke stad of dorp heeft theeshops en eetstalletjes, een overvloed aan vers fruit en natuurlijk lokaal bier. Yangon is een grote, drukke stad, maar als je goed zoekt kan je wat rustige plekjes vinden in parken en tempels.”
“De grootste uitdaging in Myanmar is voor mij niet het werk – hoewel dat soms ook zo z’n moeilijkheden heeft. Het is de hitte. In het warme seizoen, van april tot mei, is het bloedheet. Er is weinig wat je ertegen kan doen om je erop voor te bereiden, behalve veel water drinken en een plek met airco proberen te vinden. Je hebt in ieder geval iets om over te praten met iedereen die je tegenkomt: ‘Pu-deh-naw’- ‘Het is warm, he?’ ”
“Mijn programma manager in Sri Lanka zei ooit tegen me: “Denk eraan, je bent hier niet om ons te redden, we hebben geen redder nodig.” En dat is het beste advies dat ik ooit heb gekregen als vrijwilliger. Je bent niet de directeur. Wees flexibel en pas jezelf aan, zodat jij en je partnerorganisatie er allebei het beste uit kunnen halen. Hier moet je aan denken wanneer je organisaties ondersteunt. Het kan het krijgen van feedback ook interessanter maken.
Of ik opnieuw voor VSO in het buitenland zou gaan werken? Absoluut.”